Bijna 2013, en het Challenge-Ride jaar moest toch nog in
stijl afgesloten worden, dus met een ride die hoog in de top terecht zou komen.
Steve had inmiddels weer een nieuwe locatie gevonden, de Turning Torso in
Malmö, Zweden. Een land waar nog geen enkele rider gereden had, dus het werd
tijd. Alles leek gepland en geregeld, tot Wes op het laatste moment toch
besloot om niet mee te gaan, waardoor er op het financiële gebied ineens wat
moeilijkheden waren. Er moest op korte termijn een derde rider gevonden worden.
Een dag van te voren is Steve nog even bij Rick langsgegaan om te bespreken wat
nou het definitieve plan zou worden. Steve kwam langs met Monique, die rider
nummer drie zou worden. Nog even waren er twijfels over de locatie, maar Steve
en Rick wilden koste wat kost naar Zweden, gewoon omdat ze er beiden nog nooit
geweest waren, laat staan er gereden hadden. Dus uiteindelijk bleef het plan
ongewijzigd, slechts de derde rider was aangepast.


De volgende ochtend om 6:00 uur stonden Monique en Steve
voor de deur, in Steve’s nieuwe Audi A4 uit 2004. Een TomTom was aan boord, er
was iets te drinken gehaald en zelfs een boordcamera. Er was eens iets van voorbereiding voor
de afwisseling, maar het zou ook een verse derde plaats worden. Steve was de
eerste achter het stuur en begon de ride. Na een dik uur rijden werd de eerste
tussenstop gemaakt bij tankstation Bottrop-Süd op zoek naar iets te eten. Maar
de kleffe pre-fab broodjes vielen alleen bij het zien al niet in de smaak, dus
er werd niks gekocht, op wat vers drinken na. Wel kwam Steve op het idee om
Burger King te gaan eten, want daar zijn er verschillende van langs de autobahn
bij tankstations. En omdat we daarna over niks anders dan hamburgers hebben
gepraat, was het wel duidelijk dat we het voor minder niet meer zouden doen!
Net na half negen is Steve gestopt bij een rustplaats langs de snelweg, geen
idee hoe het heette, maar het lag aan de Silbersee. We hebben er een korte
sanitaire stop gemaakt en een driverswitch gedaan. Rick ging achter het stuur
zitten. En net na negen uur stond er ineens een bord, Burger King. Eindelijk!
Ruim twee uur lang werd er goed opgelet bij tankstations, maar er was geen BK
te bekennen, maar daar was hij eindelijk. Rick is gestopt en direct zijn we
uitgestapt bij Grundbergsee Süd. Eenmaal binnen bleek de Burger King pas om
tien uur te openen. Dat was wel even balen. Maar omdat we al hadden besloten
niet voor minder dan een burger te gaan, gingen we weer. De honger nam toe en
na een dik uur werd Bundesautobahntankstelle Brokenlande bereikt en daar was
een Burger King! En het was kwart over tien! BURGER TIME!!! Tsja, gezond zijn
die rides nou eenmaal niet, maar wel lekker.



Het eten was gebeurd en de ride kon weer voortgezet worden. Rick
is wederom achter het stuur gekropen en is verder gereden naar het welbekende
Hüttenerberge tankstation, volgens de borden het laatste tankstation in
Duitsland voor de grens met Denemarken. En het was er ongehoord druk! Zo druk
dat er zelfs een mannetje met een vlaggetje rond moest lopen om zogenaamd het verkeer
te regelen. En door dat mannetje kwamen we tot de conclusie dat er bij
noordelijke rides ergens in Noord-Duitsland altijd wel een mafketel te zien is.
De toewijding voor het regelen van stilstaand verkeer dat maar één kant één
autolengte op kan en de idiote blik in z’n ogen, zorgden voor veel gelach in de
Audi. Wat een flapdrol! Na veel gelach en een volle tank is Rick door gereden,
en niet lang daarna waren we in Denemarken. Steve en Rick zijn op zoek gegaan
naar de rustplaats waar tijdens de Legoland ride een groepje Denen bijna van de
sokken werd gereden en daarna geschokt werd door het in elkaar slaan van een
kapotte stoel in de kofferbak, om ze de impressie te geven dat er iemand in
lag. Gewoon voor de nostalgische waarde van de spot. Elke rustplaats werd even
opgereden en na het oprijden van de derde stop is de driverswitch toch maar
uitgevoerd. Steve kroop weer achter het stuur. Een paar rustplaatsen verder
zagen in het voorbij schieten dat het hem was, maar wederom waren we te laat om
te zien welke naam hij droeg. Nou ja, boeien! Tijd om richting Kolding te gaan,
want we hadden besloten om niet via de veerboot te gaan en de lange route te
pakken, omdat veerboten nogal eens wat tijd en geld kunnen kosten, zoals de
ride naar Sennen bewezen heeft. Vanuit Kolding werd er een oostelijke richting
aangehouden, we gingen nu regelrecht naar Zweden.


We zaten inmiddels ergens midden in Denemarken en we gingen
nu toch wel hard richting de eerste brug over de zee, die twee eilanden van
Denemarken met elkaar verbindt. Eenmaal bij die brug aangekomen zagen we hem in
de mist verdwijnen, best een machtig gezicht, zo’n gigantische brug. Het was
een tolweg, mar we hadden geen idee hoe duur die zou zijn. Daar kwamen we een
paar minuten later achter. € 35,-!!! Niet normaal. Maar goed, gewoon maar
verder gegaan en toen kwam Rick met het idee om in Kopenhagen te stoppen, op
zoek naar dat zeemeerminnetje in de haven. Dus de TømTøm gepakt, want zo noem
je dat ding nou eenmaal in Denemarken, en op bezienswaardigheden gaan zoeken.
En ineens stond daar Lille Havfrue en dit vonden we toch echt als het kleine
havenvrouwtje klinken, dus daar gingen we heen. En niet veel later reden we
door Kopenhagen. En wat een ongelooflijk lelijke stad is dat! We hadden bijna
de halve stad gezien en kwamen tot de conclusie dat als je Maastricht met het
oostblok combineert, dat je dan Kopenhagen krijgt. Dus het begon al een beetje
tegen te vallen. En niet veel later zagen we langs het water toeristen lopen,
dus het kon niet missen. We waren bij Lille Havfrue. We zijn er even naartoe
gelopen en werden nogmaals teleurgesteld door Kopenhagen. Niet veel meer dan
een luguber, verkoold vrouwenlijkje met een vin als benen. Waarom is dat ding
zo bekend, vroegen we ons hardop af. Maar goed, zo hadden we weer iets om te
lachen.


Dus we zijn maar weer in de auto gestapt om dit lelijke,
teleurstellende gat genaamd Kopenhagen te verlaten. Het was slechts nog maar
één brug en dan waren we in Malmö. Op de snelweg kwamen we direct bij weer zo’n
indrukwekkende brug die mooi in de mist verdween. Ook weer een tolweg. Maar
deze kon toch niet zo duur zijn als de eerste, dat was niet mogelijk. Bleek dat
even een tegenvaller! € 43,-!!! Maar we waren wel in Zweden! Het begon wel al
langzaam donker te worden zo rond kwart over drie. Maar gelukkig waren we nog
tijdens de schemering aangekomen bij de Turning Torso. Een indrukwekkend
gebouw, maar uiteindelijk niet meer dan een kantorencomplex waar een draaitje
in zit. Nou ja, een paar foto’s geschoten en maar weer richting Nederland. Het
belangrijkste van alles was… Missie geslaagd!



We hebben onder de Turning Torso nog even stilgestaan en
overleg gepleegd over de terugweg, want die bruggen waren erg duur. Rick kwam
met het idee om vanuit Malmö naar het noorden te rijden, naar Helsingborg, om
van daaruit Denemarken in te rijden, hopende dat daar een goedkopere brug was.
Het moest eigenlijk wel, want daar is maar een klein stukje zee tussen de twee
landen. Inmiddels waren we weer wat hongerig en kwamen we een Subway tegen.
Helaas namen ze daar geen Euro’s aan en hadden we er niet aan gedacht dat
pinnen ook een optie was. Nou ja, dan aten we maar later. Steve zat achter het
stuur en is richting Helsingborg vertrokken. Het zou zo’n grove
125 km om zijn, maar het zou
waarschijnlijk wel wat geld schelen. Vlak voordat we aankwamen in Helsingborg,
kwam Rick ineens met de opmerking, “hey, is er wel een brug daar, of zou het
een veerboot zijn?” Oh oh! En jawel hoor. We werden door Tøm zo naar de haven
gestuurd. Enigszins angstig zijn we maar naar binnen gelopen en hebben we
gevraagd wat een kaartje kost. € 52,-. Tegenvaller dus. Gelukkig vertrok de
eerste boot een kwartier nadat we aangekomen waren en zeg nou zelf, wie heeft
de skyline van Helsingborg in de nacht gezien? Wij dus mooi wel! Op de veerboot
hebben we onze Zweedse Kronen, die we als wisselgeld bij de tolbrug hadden
gekregen, uitgegeven aan een drankautomaat en de resterende munten hebben we
vergokt is een fruitautomaat. Ook waanden we ons nog even in het snuggere België, omdat een prachtige combinatie van borden ons vertelde geen benzine te morsen en er vervolgens naast te gaan staan roken. Dus daar kunnen ze ook heel slim overkomen. Zweden lag inmiddels weer achter ons.
Eenmaal in Denemarken is Steve flink op het gas gegaan om
wat tijd goed te maken en binnen no-time zaten we bij Kopenhagen en ineens ging
Steve’s telefoon. Na een korte twijfel nam hij toch maar op en begon een
gesprek, niet meer lettend op de TømTøm. Er kwam een afslag aan. Steve had een
subtiele 180 km
per uur op de teller en Rick dacht in eerste instantie dat Steve het wel gezien
had. Niks bleek minder waar! Rick gaf ineens met een nonchalante pinkbeweging
aan dat er afgeslagen moest worden en Steve ging ongeveer halverwege het
inhalen vanaf de linkerbaan zo richting afslag. Ja, die punt van de scheiding
van de vangrail kwam wel heel dichtbij. Heel spannend allemaal. En het bleef
nog even doorgaan, want direct achter de afslag was een bocht. Een scherpe
bocht. Echt zo’n bocht die je niet met 180 km per uur neemt, maar Steve wel! Weliswaar
vol in de remmen en met een aanzienlijk lagere snelheid uit die bocht ging het
allemaal maar net goed. Maar we leefden nog, dat was ook iets waard! Jammer dat
we de boordcamera niet meer aan hadden staan, was wel een leuke geweest.

Over de terugweg hadden we wat twijfels, via Kolding zou
weer veel langer duren, via de veerboot van Rodby naar Puttgarden zou duurder
zijn, maar Monique wilde graag op die boot en had gezegd dat zij hem wel zou
betalen. Dat maakte de beslissing wel iets makkelijker. En eigenlijk zonder
verder overleg werd de afslag richting het zuiden genomen en zat er nog een
veerboot in het verschiet. We waren hard door Denemarken aan het vliegen en bereikten
snel de haven van Rodby. Om even een beetje wakker te worden zijn we uit de
auto gestapt en hebben we wat rond de auto gehangen, maar eigenlijk was het
veel te koud daar. Ook bij deze boot hoefden we niet lang te wachten en Rick is
achter het stuur gekropen om de auto op de boot te zetten. Na een kwartier of
drie varen kwamen we aan in Duitsland, maar het duurde even voordat we van
boord konden. Ineens klonk er een alarm en ondanks dat de boot al geopend was,
bewoog die nog aardig heen en weer. Maar het duurde gelukkig niet al te lang
tot er beweging kwam in het verkeer. Rick is verder gereden en zag dat de Audi
weer dorst had. Sinds Duitsland was er echter niet meer getankt. We reden over
een stille weg en er was helemaal niks te zien. Maar na zo’n
15 km lag er een tankstation,
Aral Großenbrode. De tank werd volgegooid en met deze benzine zou Nederland wel
weer gehaald kunnen worden. Maar ons kent ons! Met de autobahn in het verschiet
ging dat nooit lukken. Er werd nog gestopt bij een McDonald’s, in
Oldenburg-in-Holstein. Waren wij ook weer bijgetankt. Rick heeft nog een aantal
kilometers gereden, maar de vermoeidheid werd toch iets te veel.

Steve nam het stuur over en besloot om de Challenge Ride
topsnelheid maar eens te gaan verbeteren. Ongeveer twee uur lang lag de
snelheid rond de
200 km
per uur, met een piek van 211! Autobahn, heerlijk! Rick heeft nog een beetje
kunnen slapen en heeft na het stuk vliegen het stuur weer overgenomen. Van die
volle tank was niet meer veel over en er moest nogmaals benzine geregeld
worden. De Nederlandse grens werd bij Venlo gepasseerd, nu alleen nog maar
zuidelijk richting Heerlen. Bij Venlo kwam aan het licht dat de TomTom niet
volledig up to date was, en waar Tom z’n mond hield, had die moeten zeggen,
“neem de volgende afslag.” En de niet oplettende Rick knalde zo weer terug
Duitsland in. De eerste afslag was afgesloten, dus nog verder om. Bij de tweede
afslag kon wel gedraaid worden. Dit keer niet uitgaan van de TomTom, maar zelf
even borden lezen en we zaten weer op de goede weg. Tijd om te tanken. In de
buurt van Roermond was Rick een autootje aan het inhalen en opeens sprong er
een konijntje uit de middenberm. Met
150 km per uur vond Rick het geen optie om
capriolen uit te halen, die auto die ingehaald werd wel! Rick miste het
konijntje en zag in de spiegel de lampen van de ingehaalde auto alle kanten op
gaan. Wat een idioot! Sneu voor het konijntje, maar eigen veiligheid is toch
echt de prioriteit. Na een paar kilometer werd een tankstation bereikt, niet
bekend welke het was. Er werd nog € 50,- in de tank gegooid en doorgereden
richting huis. Rond 3:10 uur kwamen we aan in Hoensbroek, bij Rick thuis. De
ride was weer voorbij.
De conclusie van deze ride is eigenlijk een beetje minder.
Dit door het feit dat Steve en Rick sinds deze ride heel Europa zijn gaan
uitpluizen en veel mooiere locaties dan een kantorencomplex hebben gevonden.
Dus eigenlijk was het een beetje een gevoel van spijt. Jammer dat we geen
adembenemend mooi stuk natuur zijn gaan opzoeken. Maar we hebben wel allebei in
Zweden gereden en daar hadden we het voor gedaan. De ride was veel duurder
uitgevallen dan verwacht, dus dat was balen. Maar zo leer je weer dat voorbereiding
echt van belang is. En een volgende keer doen we dat ongetwijfeld weer net zo
goed niet!
Afstand volgens Google Maps (Hoensbroek à Turning Torso): 848 km
Werkelijke kilometers:
1926 km
Benzine: € 335,18
Bekeuringen: Geen
Ferries: € 123,-
Tolwegen: € 78,-
Overige kosten: Circa € 50,- aan eten en drinken
Foto van ons bij de Turning Torso: Onbetaalbaar
Foto van Lille Havfrue: Waardeloos… ECHT waardeloos
Schrijver van het blog: Rick